6 maand na verhuizing om tram-herrie

-
01 mrt 18
-
0 reacties
Afgelopen augustus verliet ik mijn woning boven de bieb aan het Roelof Hartplein in Amsterdam. Het huurappartementje op vijf hoog, waar ik bijna negen jaren geleden naartoe verhuisde, werd gedurende de tijd dat ik er woonde steeds minder leefbaar, met als hoofdoorzaak permanente geluidsoverlast door trams en door periodiek nachtelijk onderhoud aan de tramrails.
De verhuizing ruim zes maanden geleden heeft mij veel goed gedaan, waarover later meer.
Lawaai overlast door trams
In de eerste 2 à 3 jaar van m’n verblijf in dit huisje – zo omstreeks het jaar 2010 – viel de overlast mee, of was ik er wellicht nog niet gevoelig voor. Geleidelijk aan zette het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) echter steeds zwaardere modellen trams in, met name zogeheten combino’s. Deze topzware voertuigen schommelen meer dan eerdere typen, waardoor tramsporen harder ‘rommelen’ op de baanplaten waarin zij bevestigd zijn en zo een vrij heftige geluidshinder opleveren (1).
Daarnaast is er overlast door het piepende geluid van trams die bochten in de rails – en dat is op het Roelof Hartplein drie kanten op, namelijk richting Museumplein, richting station Zuid WTC en richting de Amstel – passeren, plus natuurlijk de idioot harde bellen waarmee trams zijn uitgerust.
Elke minuut een tram
In dezelfde periode werd de dienstregeling van trams geleidelijk opgevoerd, waardoor gedurende sommige dagdelen de 4 tramlijnen (lijn 3, 5, 12 en 24) met een halte op het plein tot wel 8 keer per uur langskomen (nog niet zo lang geleden was dat een keer of 3 p/u). Dit komt – heen & terug – neer op 16 maal per tramlijn per uur. Vermenigvuldigd met de 4 tramlijnen betekent dit dat op piekuren elke minuut gemiddeld zeker een tram passeert.
4 uur nachtrust
Deze ‘symfonie uit de hel’ start in de ochtend rond 5.30 uur, als de eerste – goeddeels lege – trams weer rijden, en bereikt zijn finale zo omstreeks kwart over 1 ‘s nachts. Hoewel de dienstregeling er dan op zit, rijdt nog in recordtempo een fors aantal trams vanaf eindhaltes langs het plein richting hun remises. Deze voertuigen zijn leeg en stoppen niet meer bij de perrons. Op dit tijdstip hebben de tramchauffeurs haast, dat begrijp ik, maar het lawaai dat deze laatste ritten met zich meebrengen – tot half 2 in de nacht – is echt onbeschrijflijk. Als gevolg ervan sliep ik de laatste 7 jaren zelden langer dan vier uur, dus in de paar uren van de nacht dat de tram niet reed.
Gevolgen
Dergelijke geluidsoverlast 20 uur per etmaal leidde bij mij vooral tot extreme slaaptekorten, met de daar bij behorende verstoring van het circadiaan (dag/nacht) ritme, een semi-permanente staat van lichamelijke uitputting, mentale destabilisering, stress, hardnekkige hoofdpijnen, vreetbuien en gewichtstoename, plus diverse onverklaarbare fysieke aandoeningen. Zonder hier in detail te treden, meld ik dat ik in deze periode allerlei schade opliep – fysiek, geestelijk, sociaal, financieel, carrièretechnisch – en dat er steeds meer slechte gewoontes in mijn leven slopen, zoals weinig sporten, veel alcohol en koffie drinken en ongezond (en systematisch veel te veel) eten. Van diverse medebewoners van dit gebouw weet ik dat ze hun ramen vrijwel permanent gesloten houden vanwege herrie door trams en dat ze ‘s nachts en/of overdag meestal oordoppen dragen.
Hoewel trams op zich al ruim voldoende geluidshinder voor omwonenden opleveren, is het uiteindelijk nachtelijk onderhoud aan de trambaan op en rond dit plein geweest dat me definitief door een soort van ‘mentale grens’ wist heen te duwen, realiseer ik mij achteraf.
De werkzaamheden, die standaard plaatsvinden tussen 1.3o uur ‘s nachts en circa 5 in de ochtend, vallen in te delen in 3 categorieën: klein, middelgroot en groot.
Kleine reparaties aan de trambaan duren zelden langer dan een uur of twee. Je wordt er weliswaar wakker van, maar met enig geluk kan je vervolgens verder slapen. Zulke nachtelijke arbeid vindt onaangekondigd plaats, diverse malen per jaar, maar vormt geen systematische overlast.
Een ander verhaal is middelgroot onderhoud. Dan gaat het om het slijpen en lassen van de rails, wat een hels kabaal oplevert. Zulke werk laat het GVB ‘s nachts uitvoeren, gedurende twee weken minus de nachten in het weekend(2). Vertaald voor omwonenden met relatief geluid-gevoelige woningen (ondanks dubbel glas) betekent dit zo’n 10 slapeloze nachten in een tijdsbestek van 14 etmaal. Werkzaamheden van deze categorie vinden jaarlijks een of twee keer plaats.
Een werkperiode van de derde categorie, ofwel groot onderhoud, maakte ik slechts eenmaal mee. Herfst 2013 werd de trambaan op het Roelof Hartplein ‘gerenoveerd’, vijf weken op rij dag en nacht kabaal, met soms een uurtje pauze tussendoor wanneer het in ploegendiensten werkende onderhoudspersoneel even ging eten. Zelfs sommige weekenden werd toen rond de klok doorgewerkt: van ‘s ochtends vroeg tot ruim 1 uur ‘s nachts het onvoorstelbare kabaal door zware drilboren (vanaf trucks bediend) om de baanplaten tussen de rails weg te drillen, en in de resterende uren van de nacht vooral lawaai van slijpwerk, rommelende generatoren en het rammen met mokers op de rails.
Het duurde zeker een half jaar voordat ik – min of meer – van de onafgebroken geluidsterreur was hersteld en erna vervulde het opengebroken pleintje nog vele maanden een prominente rol in mijn nachtmerries. Als gevolg van de overlast ging ik me verdiepen in het GVB, zijn trams en gezondheidseffecten van systematisch slaaptekort. Uiteindelijk startte ik onder andere een buurtactie en diverse juridische procedures (bezwaarschrift & WOB-verzoek) om aan het nachtwerk een eind te maken. Dit is niet gelukt. Evenmin vond het GVB het nodig mij te compenseren voor geleden schade, zoals het missen van arbeidsuren als gevolg van totale uitputting door het wekenlange nachtwerk, of om zelfs maar excuses voor de extreme overlast aan te bieden. En nu zwijg ik nog over mogelijk permanente fysieke en/of mentale schade die ik de laatste jaren opliep.
Verhuizing
Na een reeks gesprekken en mail-wisselingen met medewerkers van Tram & Metro (de gemeentelijke afdeling die samenwerkt met het GVB) begreep ik dat de overlast niet zou gaan verminderen en dat ik dus mijn biezen moest pakken(3). Het ging gewoon niet langer.
Ruim een half jaar geleden kon ik gelukkig verhuizen naar een ander appartement, waar ik sindsdien woon. Het veranderde mijn leven op grondige wijze, kan ik wel zeggen.
Effecten op gezondheid
In de 6 maanden na mijn verhuizing bemerkte ik een reeks positieve veranderingen.
Het belangrijkste effect, wat ik natuurlijk al verwachtte, was het geleidelijk oprekken van mijn nachtrust: van de gemiddeld 4 uren slaap die ik jarenlang gewend was naar inmiddels zo’n 8 uur per nacht. Gezien het grote belang van een goede nachtrust voor de gezondheid, had het langer en dieper slapen (plus ontwaken zonder hoofdpijn) een hele reeks gerelateerde positieve gevolgen, zoals het ervaren van minder uitputting en stress enerzijds en anderzijds meer orde en energie. Daardoor kan ik mijn dagelijkse bezigheden beter uitvoeren, wat de opwaartse spiraal verder omhoog heeft geduwd.
Sinds de verhuizing veranderden ook mijn eetgewoonten grondig: ik verruilde voedingswaren als kroepoek, brood, vlees, koffie en afhaalmaaltijden voor (hoofdzakelijk) fruit, noten, vruchten en groente. Bovendien ging ik veel minder eten (zowel calorieën als volume / gewicht) en zijn ook mijn nachtelijke vreetbuien geleidelijk aan goeddeels gestopt(4). Dit laatste hangt deels samen met het drastisch gedaalde aantal avonden waarop ik alcohol consumeer: van voorheen wekelijks 3 à 4 keer naar inmiddels 1 of twee.
Verder zorgden de extra energie en mentale fitheid ervoor dat ik veel meer ben gaan bewegen in het laatste halve jaar. Zowel sporten als eindjes fietsen door de stad doe ik nu veel vaker.
Conclusie
Daar waar de gemeente particuliere ondernemers van festivals en andere horeca hard afrekent op door hen veroorzaakte decibelniveaus, wordt het GVB vreemd genoeg voor veel ernstiger overtredingen van de normen geen strobreed in de weg gelegd. Vele duizenden omwonenden van de Amsterdamse tramspoor-infrastructuur ervaren in meer of mindere mate bovengenoemde geluidshinder met bijbehorende negatieve gezondheidseffecten. Terwijl slechts 1 op 6 Amsterdammers regelmatig het ov gebruikt (en weer een fractie daarvan maakt gebruik van trams) krijgt het GVB een gemeentelijke vrijbrief om structurele overlast te scheppen in woonwijken waar hooguit een gemiddelde geluidbelasting aanvaardbaar is. Dat heet ‘meten met twee maten’.
In Amsterdam is, ondanks door de Nederlandse regering ondertekende verdragen in deze kwestie, het stempeltje van een stadsdeelambtenaar al voldoende om door middel van nachtelijk ingeplande klussen een buurtje wekenlang van zijn slaap te beroven. En ondanks de bewezen overlast die rijdende trams op veel plekken in de stad opleveren geldt toch een 20-urige dienstregeling, ofwel ruim 80% per etmaal kabaal. Het zal, ik ben verhuisd.
DF
(1) Een extra nadeel van de Combino-tram hangt hiermee samen, namelijk dat zulke trams het tramspoor sneller doen slijten, waardoor onderhoudswerkzaamheden vaker nodig zijn.
(2) Plus een week mogelijke uitloop i.v.m. onvoorziene omstandigheden.
(3) In dit laatste jaar dat ik aan het plein woonde betaalde de gemeente overigens wél mijn overnachtingen elders als er weer ‘s nachts werd gewerkt.
(4) Een verstoorde nachtrust veroorzaakt dat mensen zowel méér gaan eten als ongezonder (qua behoefte aan vet / suiker).