‘Neocons’: ingezonden brief over politieke correctheid
-
21 jul 01
-
0 reacties
Manja Ressler bespeurt in Vrij Nederland van 23 juni een hernieuwde intolerantie bij bepaalde autochtone auteurs, waarbij ze het pervers aandoende artikel van Sinnema (VN, 26 mei 2001) als voorbeeld neemt voor deze groep.
“Het patroon is precies hetzelfde: om een minderheid te kunnen vervolgen, is het handig deze eerst in een kwaad daglicht te stellen en haar machtiger en gevaarlijker voor te stellen dan zij is.”
Volgens Ressler is er namelijk “een groot gevaar voor de westerse beschaving” (!) omdat het “demoniseren en ontmenselijken van moslims inmiddels de riolen van de Nederlandse Volksunie en de Centrumpartij heeft verlaten en is doorgedrongen tot de mainstream van de media.”
Dit “bovengronds komen van het ressentiment” wijt Ressler aan het “neoconservatisme”, ondanks “de strijd tegen neonazi’s en racisten in de jaren zeventig en tachtig.”
Ik weet vrij zeker dat eerder dankzij die niet-aflatende agitatie tegen andersdenkenden (‘racisten’) er nu her en der ongenuanceerde kanttekeningen bij bepaalde aspecten van de multiculturele samenleving worden geplaatst.
Het langdurig in een kwaad daglicht stellen, demoniseren of zelfs ontmenselijken van de neoconservatieven en hen machtiger en gevaarlijker voorstellen dan zij zijn, is een vorm van onverdraagzaamheid die in strijd is met een van de belangrijkste kernwaarden van de westerse beschaving, namelijk de vrijheid van meningsuiting.
DF
– Vrij Nederland / 21 juli 2001 –
ps: dat ‘Hilversum’ onder mijn naam op de afbeelding had ‘Den Haag’ moeten zijn.
Tags: brief | democratuur | ideologie | meningsuiting | propaganda | verzet | vrijheid