‘Hutu’s en Tutsi’s’: de VN na genocide Rwanda
-
09 jul 94
-
0 reacties
Keer op keer maken de Verenigde Naties dezelfde fout bij conflicten in ontwikkelingslanden.
Er wordt ingegrepen in arme, overbevolkte en onderontwikkelde gebieden als Rwanda en Somalië, waarna men (met wat voedselpakketten en een flinke dosis naïviteit) wel eventjes een pluralistische democratie uit de grond zal stampen.
Dit kan een gevaarlijke vorm van idealisme zijn.
Het feit dat in behoorlijk welvarende, multiculturele democratieën als Frankrijk of de VS etnische spanningen soms al de pan uit rijzen, zet kennelijk niemand aan het denken.
Het Westen is blind voor de onderlinge haat en het verlangen naar echtscheiding van de partijen in een door kolonialisme afgedwongen huwelijk. Op het grondgebied van Rwanda en Burundi hebben de laatste decennia zoveel mini-genocides plaatsgevonden, dat de op het behoud van de status-quo (minus vijfhonderdduizend Tutsi’s) gerichte Franse actie nauwelijks geloofwaardig genoemd kan worden.
De enige structurele optie die het Westen heeft, is het opzetten van een breed overlegorgaan dat bestaat uit VN-deskundigen en leiders van beide stammen uit beide landen. De twee zeer mislukte huwelijken (ook Burundi is een potentieel abattoir) moeten ontbonden worden, waarna over de grootte en locatie van twee te vormen natie-staten moet worden onderhandeld.
Na afronding van dit moeizame proces zal een kostbare maar noodzakelijke volksverhuizing moeten plaatsvinden, uiteraard onder streng toezicht van de VN.
De kans dat de VN de benodigde moed (en belangrijker: financiële middelen) voor zo’n operatie kunnen opbrengen acht ik echter zeer klein.
DF
– Volkskrant, 9 juli 1994 –