De natuur van de staat
-
22 feb 11
-
0 reacties
Het organiseren van veiligheid en orde, of in ieder geval ‘gezag’, is de eerste ‘taak’ van ieder samenwerkingsverband dat zich ‘staat’ wil noemen. Volgens het internationaal recht dient grofweg sprake te zijn van (1) ‘effectief gezag’ op een (2) bevolkt (3) grondgebied. Zo’n organisatie richt zich dus op de onderste lagen van de ’behoeftenpiramide van Maslov‘ en verzorgt dus op z’n minst (en als het goed is) de veiligheid van de mensen die leven en verblijven op haar grondgebied. Of de meeste bewoners dit bestuurlijk systeem al dan niet als ‘rechtvaardig’ beschouwen is internationaal juridisch gezien irrelevant. ’De staat’ beschermt zijn economische sfeer tegen indringers op soms uitzonderlijk wrede wijze, zoals chimpansees hun voedselrijke territoria verdedigen tegen concurrerende bendes. Revoluties zijn immers aanzienlijk gevaarlijker voor deelnemers aan ‘de markt’ dan een prijzenoorlog voor de gemiddelde supermarktondernemer.
Dit organiseren van veiligheid en orde onderscheidt zich dus van reguliere bedrijfstakken als bijvoorbeeld textiel, horeca of onderwijs. Het ‘beschermen’ van mensen in ruil voor (belasting)geld heeft natuurlijk ook wel wat weg van de afpersingspraktijken waar Siciliaanse en andere mafiosi wereldwijd van leven. Wegens de menselijke behoefte aan een soort moderne afgod neigt de markt bovendien tot de vorming van monopolies (staten) die scherpe vijandigheid vertonen jegens (potentiële) uitdagers. Overheden bestaan daarom primair uit geweldsspecialisten, die met behulp van hun bureaucratisch-politieke handlangers de wetten op haar grondgebied bepalen.
Zeker in moderne staten geldt doorgaans dat leden van de overheid als enigen het recht bezitten om openlijk wapens te dragen.* De bewapenden vormen een netwerk dat bepaalde normen afdwingt en een zekere orde garandeert.
Concurrerende netwerken van personen kunnen zo’n staat natuurlijk wel ‘uitdagen‘ door overeenkomstig gedrag te vertonen en/of zelfs de fysieke strijd met ‘de staat’ aan te gaan, maar vanzelfsprekend brengt dat forse risico’s met zich mee, hetgeen afgelopen jaar vooral zichtbaar was in delen van de Islamitische wereld.
Bij het aanschouwen van de – al dan niet gedeeltelijk gelukte – machtswisselingen in het Midden Oosten dacht ik soms terug aan dit idee over het openlijk dragen van wapens. Terwijl Egyptische politieagenten burgers soms bekogelden met stenen, zwaaiden demonstranten met knuppels die leken op de wapenstokken van ‘het gezag’.
Onderwijl bouwden de betogers op het Tahrirplein een heuse gevangenis voor de gewelddadige aanhangers van het regime die ze hadden kunnen ‘arresteren‘, terwijl andere burgers zich her en der aan plunderingen overgaven (hetgeen normaliter het voorrecht van de fiscus is). In Libië lopen steeds meer militairen over naar de zijde van de betogers en schijnen grenswachten hun posten te hebben verlaten. Zij zijn vervangen door gewapende groepen waarvan het vooralsnog onduidelijk is aan wiens kant ze staan, aldus de media.
De dictators in Noord Afrika en het Midden Oosten die tot nu toe weinig tot geen last hadden van massale betogingen hebben hun geheime diensten en (para)militairen ongetwijfeld strak geïnstrueerd voor de aankomende periode. Thomas Friedman schreef ooit over deze heersers:
“They have no friends, only agents and enemies; they maintain overlapping intelligence agencies that spy on each other, the army, and the people, not just neighboring countries; they use everything that the twentieth century has to offer in the way of surveillance technology in order to extend the government’s grip far and wide, so that no comer of the country is outside their control; they never waste time murdering those whom they hate-such as Jews or Communists – but only those who are dangerous, like those closest to them; and most important, they know not just when to go all the way against their opponents but when to stop before overreaching themselves” (p96, ‘From Beirut to Jerusalem’, 1989)
“They always know that when push comes to shove, when the modern veneer of nation-statehood is stripped away, it all still comes down to Hama Rules: Rule or die. One man triumphs, the others weep. The rest is just commentary.” (p104)
DF
* Met ‘het recht’ bedoel ik hier dat niemand in de omgeving van de openlijk bewapende mensen ook openlijk bewapend is en zo hun ‘recht’ betwist. Dit zou immers een onaanvaardbare provocatie inhouden, zoals chimpansee ‘murder packs’ die luidkeels territoriale grenzen overschrijden.
Tags: Arabische Lente | Egypte | gevangenis | natuur | politie | verzet | wapen