Omzet- & winstmaximalisatie bij monopolie
-
07 feb 10
-
0 reacties
Als in 2017 een staatsmonopolie op de handel in softdrugs wordt ingesteld, leidt dat – tegen de huidige prijzen – tot de volgende vraagvergelijking:
Qv = -4p + 40
(p = prijs in euro’s per gram/Q in duizenden kilo’s/antwoorden beneden)
a) Als de overheid de ‘buitenwettelijke omzet’ ( = de omvang van de handel buiten de officiële markt om) zo beperkt mogelijk wil houden, welke prijs kiest zij dan?
b) Hoe groot is dan de ‘puntelasticiteit’?
In 2019 gaat er een liberale wind waaien binnen de staat, waardoor de doelstelling verandert in winstmaximalisatie.
De totale kosten zijn 2Q + 8 (in miljoenen euro’s).
c) Wat gebeurt er met de prijs en winst?
d) Met hoeveel procent is de winst dan toegenomen t.o.v. de uitgangssituatie?
e) Bereken de elasticiteit van de prijs.
f) Waarom zou de regering de illegale verkoop willen indammen? (of: wat zijn argumenten voor de legalisering van softdrugs?)
Uitwerkingen:

‘Zuurstof-bar‘ / Venice Beach: beleid softdrugs VS
-a)
Om te voorkomen dat handelaren van buiten het officiële circuit veel marktaandeel kunnen veroveren, zal het staatsbedrijf moeten streven naar omzetmaximalisatie. Hoe luidt de omzetfunctie?
Q = -4p + 40
→ totale omzet (TO) = p x Q =
p(-4p + 40) = – 4p² + 40p
→ omzet is maximaal als helling van functie 0 is (differentiëren)
→ TO’ = -8p + 40 = 0 → 8p = 40 → p = 5 → invullen in Qv (=20)
Alternatief:
Qv eerst omzetten naar prijsafzetfunctie (die bij een monopolist natuurlijk samenvalt met Qv)
→ Q = -4p + 40 →4p = -Q + 40 → p = -0,25Q + 10
Totale omzet = Q x p → TO = Q(-0,25Q + 10) = -0,25Q² + 10Q
TO’ = -0,5 Q + 10 → TO’= 0 → Q = 20 → invullen in ‘p’ → p = 5)
-b)
Rico x (p/Q) → -4(5/20) = -1
-c)
Eerst bereken je bij welke combinatie van Q en p de winst maximaal is → 2 methoden:
(I)
Bij maximalisatie van TW → TW’ = 0 → TW = TO – TK = -0,25Q² + 10Q – ( 2Q + 8 ) → TW = – 0,25Q² + 8Q – 8 → TW’ = – 0,5 Q + 8 = 0 → bij Q = 16 (→ invullen in ‘p’ → p = 6) → invullen in winstfunctie → TW (16) = – 0,25Q² + 8Q – 8 → TW = 56.000.000,- euro (! → let op: Q is in 1000′en kilo’s, en de verkoopprijs is per gram)
(II)
bij MO = MK → MK = TK’ = 2 en MO = TO’ = – 0,5Q + 10 → Q = 16, enz.
-d)
TW (20) = – 0,25Q² + 8Q – 8 → bij 20 duizend kilo is de TW 52 miljoen euro → wordt 56 mln. → % verandering → (nieuw – oud) : oud x 100% = 4/52 x 100% = 7,69%
-e)
Definitie prijselasticiteit:
de % reactie v.h. gevraagde aantal eenheden op de % prijsverandering → ((Q2 – Q1) : Q1) x 100% / ((p2 – p1) : p1) x 100% → ((16 – 20) : 20) : ((6 – 5) : 5) = (-4 / 20) : (1 / 5) = –1*
-f)
zie: ‘Argumenten voor legalisering cannabis/softdrugs‘
DF
* softdrugs bevinden zich dus op de grens van noodzakelijke en luxe-goederen.
(klik hier voor artikel dat argumenten tegen legalisering ontkracht & hier voor informatie over het softdrugsbeleid te Californië)
Tags: drugs / drank